Mijn oefenboek

Gebaseerd op het aantal boeken dat elke maand uitkomt, lijkt het schrijven van een boek iets wat iedereen kan. Elke week liggen er weer nieuwe debuten, series en bundels in de boekenwinkel. En ze zijn echt niet allemaal goed. Als aspirant schrijver ga je bijna geloven dat het een makkie is om daar tussen een plekje te krijgen, als je maar hard genoeg werkt.

Nu ik de eerste versie van mijn boek af heb, realiseer ik me pas hoe moeilijk het is om een goed boek te schrijven. Je moet fantastische verhalen kunnen verzinnen, goed Nederlands kunnen schrijven, doorzettingsvermogen hebben, een verhaal op zo'n manier op kunnen bouwen dat de spanning niet inzakt, je moet karakters in woorden kunnen vangen, sprekende dialogen kunnen produceren, een grote woordenschat hebben, emoties oproepen bij de lezer, een boodschap overbrengen, show-don't-tell toepassen, geen type- of taalfouten maken en origineel zijn. Welke supermens kan dat allemaal?

Ik moet in ieder geval nog erg veel leren. Het was een beproeving om te komen waar ik nu ben en de weg naar de boekhandel is nog steeds niet gegarandeerd. Hoe meer ik aan mijn teksten schaaf, hoe vaker ik vind dat het veel beter moet. Dat maakt dat ik mijn eerste boek zie als mijn oefenboek. Ik zal nooit meer denken dat het schrijven van een boek gemakkelijk is.

Respect voor alle schrijvers van wie ooit een boek is gepubliceerd. Respect!