Een bezoek aan het reality museum

Eergisteren op tv: Boris Blom was bij Beau om te praten over zijn Instagram-accout @realitymuseum. Mijn mond viel open: waarom had ik dit niet eerder ontdekt. Het account bevat kort fragmenten uit heel veel reality series. Idols, Echte meisjes in de jungle, Oh oh Gerso. Ik heb echt niet alles gezien, maar (beschamend) veel kwam me bekend voor.

De volgende morgen had ik een leuk gesprekje met de positief ingestelde Boris over mijn boek Privacy Live. Want wie van reality houdt, is vast ook geïnteresseerd in mijn boek. Denk ik.

Hier item bij Beau:

Van lezer naar schrijver

Hoe ik een boekengek werd - deel 7 (einde)

Als je tien jaar lang gemiddeld een boek per week leest, dan heb je 500 boeken gelezen. Veel daarvan zijn goed, maar lang niet allemaal. In de tijd dat ik boeken recenseerde voor Chicklit.nl en Vrouwenthrillers.nl kwam het moment dat ik dacht: ‘Dit kan ik ook.’ En ik beken: ik dacht ook: ‘Dit kan ik beter.’In 2006 ontwikkelde zich in mijn hoofd een verhaal, een plot, waarvan ik zo sterk voelde dat het op papier moest komen, dat ik eraan begon. Dit zou mijn verhaal worden, mijn boek, mijn bestseller. Natuurlijk ken ik de cijfers: slechts een handjevol Nederlandse schrijvers lukt het op de bestsellerlijst te komen, kan op een dag zijn kantoorbaan opzeggen en het romantische ideaal van een schrijver gaan leven. Je weet wel: een hond, een huisje aan de bosrand en een glas wijn naast je laptop. Ondanks de kleine kans, wilde ik graag een van hen zijn.

Viel dat ff tegen. Schrijven blijkt maandenlang achter je laptop zitten, vol frustratie, writersblocks en herschrijf-rondes. Een echte hondenbaan en zonder wijn niet vol te houden. Tot zover het ideaal. Het duurde jaren voordat ik in de gaten had dat het zo werkte. Of ik nu in een huisje aan de bosrand zat of op mijn studeerkamer, het was bikkelen, volhouden, weer opnieuw beginnen en herschrijven. En dan heb ik het nog niet eens over alles wat je moet kunnen als schrijver: het verhaal moet origineel zijn, de spanning moet goed opgebouwd worden, de karakters moeten goed uitgewerkt zijn, een beetje talent en stijl zijn mooi meegenomen, en het mag allemaal niet te voorspelbaar zijn of van clichés aan elkaar hangen.

Zelf een boek schrijven bleek voor mij een les in nederigheid. Denken dat je iets kan is zoveel makkelijker dan het ook doen. Ik heb hernieuwd respect voor elke schrijver die een boek afrondt, ik leef mee met iedereen die middenin het schrijfproces zit, en bovenal ben ik de afgelopen jaar dankbaarder dan ooit voor mijn kantoorbaan. Dat huisje aan de bosrand huur ik af en toe wel. En fulltime schrijven: daar is dus niets romantisch aan! Mijn boek is vorige maand verschenen. Na meer dan 13 jaar, na jaren waarin gefrustreerd was, jaren waarin ik bleef doorschrijven, ook al had ik er geen plezier in, na jaren dat ik het opgaf en besloot dat ik beter een andere hobby kon zoeken en na jaren waarin ik schreef en herschreef, is mijn verhaal als boek te koop in de winkel. Ik ben zo trots en zo opgelucht. Ik ben blij met elke recensie en met elke lezer die plezier beleeft aan het verhaal. En ik ben moe. Wanneer je iets zo lang, zo graag wilt, en je droom komt uit, dan ben je bekaf.

Dus de afgelopen weken ben ik aan het uitrusten (het Corona-virus helpt daarbij een handje). Overdag werk ik thuis en ’s avonds hang ik op de bank en binge Netflix-series. En af en toe glijdt mijn blik dan omhoog naar de boekenplank boven de tv waar een exemplaar van Privacy Live staat en dan verschijnt er een grote glimlach op mijn gezicht.

Grootmoeder

Hoe ik een boekengek werd - deel 6

Een aantal maanden voor ik Het dagboek van Bridget Jones las, stierf mijn grootmoeder. Ze was 93 jaar geworden. Toen ze stierf, was ze zo gekrompen dat ze nog maar 1 meter 50 was. Ze had lang grijs haar, dat ze in een knotje achterop haar hoofd droog, droeg ouderwetse bloemetjesjurken en rook altijd naar viooltjes. Ze wilde graag dat wij haar ‘grootmoeder’ noemden. ‘Oma’ vond ze te gewoontjes.

Mijn liefde voor boeken heb ik van haar. Grootmoeder gaf ons nooit geld of snoep, maar boeken. In haar kast had ze een vak ingericht speciaal voor mijn zusje en mij. Als we bij haar op bezoek gingen, rende ik altijd meteen naar de kast. Elke week stonden er nieuwe boeken in. De ene keer waren het stomme boeken, saaie klassiekers of te moeilijke literatuur, de andere keer waren het precies de boeken die ik wilde lezen: Thea Beckman, Tonke Dragt, Jan Terouw. Toen ik ging puberen kreeg ik van haar Kinderen van Moeder Aarde. Zo mooi. Toen ik ouder werd kocht ze Gödel, Esher, Bach voor me.

Als we bij haar logeerden mochten we mee naar De Kler, een van de grootste boekhandels in Leiden. Dan trok ze haar groene, wollen jas aan, controleerde haar steeds dunner wordende knot en gingen we met de bus – met haar roze strippenkaart – naar het centrum. In De Kler werd ze warm onthaald door het voltallige personeel. ‘Wilt u een kopje koffie?’ ‘Zijn dit uw kleinkinderen?’ Grootmoeder liet zich de rol van eregast graag aanmeten. Als haar kopje leeg was, koos ze de boeken uit die ze wilde hebben en die werden dan in de loop van de week bij haar thuis bezorgd. Toen ze niet zo makkelijk meer naar de stad kon, stuurde De Kler haar een catalogus zodat ze vanuit haar stoel bij het raam kon winkelen. Elk jaar op haar verjaardag ontving ze een enorme bos bloemen van hen. 

Toen ze echt oud werd, en mijn vader haar financiën moest regelen, kwam hij erachter hoeveel geld ze per maand aan boeken uitgaf… het was haar grootste kostenpost.

Mijn liefde voor boeken heb ik van haar. Ik typ dit stukje tekst terwijl ik achter haar antieke bureautje zit en nog steeds is een groot deel van de boeken in mijn kast ooit van haar geweest. Grootmoeder had het geweldig gevonden om te weten dat ik nu zelf een boek geschreven heb. Geen saaie klassieker, maar een young adult. Iets te gewoontjes voor haar smaak, maar toch…

Thrillers

Hoe ik een boekengek werd - deel 5

De eerste vrouwenthriller die ik las was Villa Serena van Marion Pauw. Het boek kreeg ik in 2005 thuisgestuurd van uitgeverij Archipel om te recenseren op ChickLit.nl. Ik had geen haast om te beginnen in het dunne boekje - de kaft was niet roze, en er stonden geen vrouwenbenen op - het bleef dan ook lang op mijn nog-te-lezen-stapel liggen. Maar uiteindelijk begon ik en las ik het in één dag uit. Net als bij Het dagboek van Bridget Jones had ik het gevoel iets bijzonders in handen te hebben. Het was chicklit, maar ook weer niet. Fillis, het hoofdpersonage, was getrouwd en de dertig gepasseerd, en het verhaal draaide niet om haar zoektocht naar de Ware. Het verhaal draaide om het feit dat haar man had geprobeerd haar te vermoorden. Maar Fillis was wel een echte ‘chick’. Ze was hip en grappig. Ook bevatte het boek een aantal ‘hete’ scenes. Romantiek en spanning gecombineerd en als lezer had je het gevoel dat het jou had kunnen overkomen. Het boek was voor hardcore thriller-lezers waarschijnlijk niet spannend genoeg, maar voor mij als chicklit-lezer was het de start van een nieuwe obsessie. Zouden er meer van ‘zulke boeken’ bestaan?

Maar mijn zoektocht werd onderbroken door een spannende en angstige periode in het echte leven. Mijn oudste dochter werd ziek. Een jaar lang liepen we ziekenhuizen in en uit, van MRI naar ruggenpunctie, van experimentele behandeling naar reguliere controles. Het relativeert. Romantische boekjes over de Ware konden me niet meer boeien. Ik had de Ware al gevonden in mijn eigen man, de man die ons af en aan naar het ziekenhuis chauffeurde, die rechtop bleef staan wanneer ik in elkaar stortte, die zorgde dat er eten op tafel stond. Het leven draait niet om romantiek, maar om samen een crisis doorstaan.

Mijn kennismaking met angst had me veranderd. Ik ontgroeide de chicklit, had het geduld niet meer om me door de eerste hoofdstukken van een nieuwe chicklit heen te worstelen waarin een bijna 30-jarige single haar niet-zo-aardige baas introduceerde, evenals haar dominante moeder, haar gelukkig-getrouwde vrienden en haar onhebbelijkheden. Ik was toe aan iets nieuws.

Terwijl ik al mijn vrije tijd doorbracht in ziekenhuisstoeltjes, ontstond in de buitenwereld voorzichtig de hype rond Esther Verhoef en Saskia Noort. Het duurde maanden voordat ik dat in de gaten kreeg. Uiteindelijk kocht ik hun boeken en las ze in een ruk uit. Op een dag kreeg ik een recensie-exemplaar toegestuurd van Een kwestie van tijd van Tupla Mourits. Toen ik het uit had, wist ik: dit was een nieuw genre.

Ik besloot een nieuwe website te maken. Maar hoe moest een website heten met informatie over ‘zulke thrillers’. De pers gebruikte een veelvoud aan plastische benamingen voor deze trendy thrillers: vinex-thrillers, polderthrillers, emo-thrillers, oestrogeenthrillers. Uitgevers noemden het literaire of psychologische thrillers. Maar al deze predicaten dekten mijns inziens de lading niet: te beperkt, te veelomvattend, te overdreven.

Het antwoord kwam van Esther Verhoef zelf. Als geen ander begreep zij het verschil tussen de ouderwetse en de nieuwerwetse thrillers, ze schreef ze namelijk allebei. In een interview online gebruikte ze de termen ‘vrouwenthriller’ en ‘mannenthriller’. Het woord ‘vrouwenthriller’ vond ik zo goed passen dat dat de naam van de website werd: VrouwenThrillers.nl.

Waarom moderne vrouwen chicklit lezen

Hoe ik een boekengek werd - deel 4

S. en ik hadden in de beginperiode van Chicklit.nl heel intensief mailcontact met een stuk of twintig uitgevers. We kregen boeken en publiceerden in ruil recensies, artikelen, winacties, interviews en previews. Onze bezoekers (bezoeksters voornamelijk ;-)) vonden het prachtig, en hun aantal groeide elke week. De dag dat we onze duizendste bezoeker hadden, deelden S. en ik roze lolly’s uit op kantoor.

Bijna elke week werden we verrast door een mailtje van een lezer die zo blij was met de website, of van een journalist die een artikel over chicklit wilde schrijven, of van een uitgeverij met een plan. Als hobby begon de website behoorlijk uit de hand te lopen. We kregen het druk. Gelukkig waren er vrijwilligers die graag mee wilden lezen, waardoor ons team groeide en groeide. Een van de eerste vrijwilligers was J, hardwerkend, betrouwbaar en een super-chicklit-fan. Ook bood collega E. aan om onze website een make-over te geven en te zorgen dat hij 'futureproof' werd.

Waarom was chicklit zo'n hype? Waarom vonden al die slimme meiden (waaronder ikzelf) die romantische boeken toch zo leuk? Om die vraag te stellen hadden we een heus forum op Chicklit.nl neergezet. Ik startte een topic waarin ik deze vraag stelde. Ik kreeg nul reacties. Chicklit lezen en filosofische vragen stellen is kennelijk geen veelvoorkomende combinatie. Alle andere onderwerpen zorgden echter wel voor veel interactie en nog meer bezoekers.

Het forum ging, bij gebrek aan een moderator (leermomentje!) een eigen leven leiden. Misschien kon het niet uitblijven, maar er ontstonden ruzies, fikse ruzies. Het nieuwe interactieve internet 2.0 had een keerzijde. Nieuwe mensen werden slechts met moeite geaccepteerd. Steeds vaker kreeg ik mailtjes van lezers die zich niet welkom voelden op het forum. Ik probeerde de 'zelfbenoemde leiders’ van het forum hierop aan te spreken, maar kreeg een berg van kritiek. Ook J. die actief op het forum was en meer in de leeftijdscategorie van de forummers paste, lukte het niet de regie terug te pakken. Ik had er slapeloze nachten van. Dat onze site een plek was geworden waar mensen gekwetst werden en zich niet welkom voelden was absoluut niet de bedoeling. Na weken van twijfelen besloot ik de stekker uit het forum te trekken. Veel protest volgde, maar het voelde als een enorme opluchting. De actieve groep meiden die elkaar had ontmoet op het forum, startte een eigen forum en iedereen leefde nog lang en gelukkig.

Het antwoord op mijn vraag kreeg ik van Josie Lloyd en Emlyn Rees (zie deel 3). In het korte interview dat Nova met Josie Lloyd en Emlyn Rees hield, zegt Josie op een gegeven moment dat chicklit zo populair is, omdat wij een generatie zijn die geen problemen gekend heeft. Geen honger, geen oorlogen. Het gevolg is dat we onze eigen problemen maken en erg met onszelf bezig zijn. Toen, in 2004, vond ik dat een onnozele uitleg. Waarom moest het nu weer zo zwaar? Waarom mochten we niet gewoon genieten van chicklit? En waarom waren onze problemen geen ‘echte’ problemen? Later, toen ik wat ouder was, snapte ik pas wat ze bedoelde en toen snapte ik ook dat ze gelijk had. De tijdgeest heeft een weerslag op de boeken die gelezen worden.
Dus die erotische boeken-rage is het gevolg van de huidige tijdgeest...?

Het zou niet lang duren of ik ontgroeide de chicklit. Maar daarover meer in deel 5.

Experts op tv

Hoe ik een boekengek werd - deel 3

Wij van Chicklit.nl bleken net zo blij met uitgeverijen, als zij met ons. Samen organiseerden we Mail&Win-acties en interviews met schrijvers. Ook journalisten vonden ons. Elke week kwam er wel een verrassend, stoer, spannend, belachelijk of opvallend mailtje binnen. Of we naar een boekpresentatie wilde komen, of we geïnterviewd wilden worden (S. en ik waren nu immers de chicklit-experts), of we (en ik verzin dit niet!) een reisje naar Frankrijk wilden maken om een auteur te ontmoeten. Voor sommige evenementen maakten S. en ik tijd.

Op een podium in Elspeet ontmoette ik Sander Verheijen (sorry, Sander, ik weet ook niet meer wanneer het was, 2003 of 2004). Tijdens een bijeenkomst voor uitgevers en boekhandelaren was er een vragenuurtje georganiseerd voor het publiek. Er waren in dit tijd precies drie(!) boekenwebsites: Crimezone.nl, Literatuurplein.nl en Chicklit.nl. Met z’n drieën zaten we op houten stoeltjes op het podium en beantwoordden alle vragen. Het publiek was zich ervan bewust dat ‘het internet’ invloed ging hebben op de boekenwereld, maar hoe snel dat zou gaan, daarvan hadden we geen idee.

Toen het nieuwste boek van Josie Lloyd en Emlyn Rees verscheen, was er door uitgeverij Archipel een waar spektakel georganiseerd dat de hele dag duurde. Het echtpaar was, hoogzwanger en met hun jonge dochtertje, naar Amsterdam gekomen. Ze werden geïnterviewd door diverse journalisten en ook S. en ik mochten kennis met hen maken. Daarna was er een rondvaart door de grachten georganiseerd, aangekleed met een high tea. Het tv-programma Nova was erbij om alles en iedereen te filmen: journalisten, fotografen, Susan Smit(!), cameramannen, mensen van de uitgeverij en fans die via Chicklit.nl een toegangskaartje hadden gewonnen.

Mijn grootste uitdaging voor die dag: wat moest ik aantrekken? Uiteindelijk kocht ik een opvallende, wijde, knalroze broek en droeg daar een eenvoudig zwart t-shirt op. Voor de gelegenheid had ik wat mascara opgedaan. In Amsterdam aangekomen bleek ik behoorlijk underdressed. Ik hoopte nog een woordje te wisselen met Susan, maar naast haar voelde ik me dik, klein - Susan is heel lang - en zo gewoontjes, dat ik, nadat ik me aan haar had voorgesteld, compleet dicht sloeg. Maar dat was nog niet het ergste van de dag. 

S. en ik zouden namelijk ook geïnterviewd worden door Nova (vandaar die mascara). Had ik al gezegd dat wij nu als 'experts' gezien werden? Het leek mij helemaal geweldig om op tv te komen. In mijn fantasie zou ik een briljant televisie-optreden geven en iedereen duidelijk uitleggen wat het verschil was tussen chicklit en flutromannetjes. Daarna zou ik bij diverse televisieprogramma’s aan tafel plaatsnemen. De werkelijkheid was anders.

S. en ik werden in het grachtenpand van de uitgeverij bij een bureau neergezet - het leek zo net of wij een eigen kantoor hadden - met achter ons een computer met Chicklit.nl op het scherm. Er was een cameraman die ons in een bepaalde hoek positioneerde en een journalist die ons vragen stelde. We oefenden een beetje en al snel verscheen er een frons op het gezicht van de journalist: ‘Nou moet je niet zo blijven lachen.’ De cameraman had ons beiden in beeld en keek eveneens geïrriteerd. Ik was Chicklit.nl gestart met een dikke knipoog. Is het niet eigenlijk heel grappig dat wij, geëmancipeerde, intelligente vrouwen, zo graag lekkere zwijmelboeken lezen? Zo serieus nam ik het allemaal niet, en dat was kennelijk aan me te zien. ‘We gaan het anders doen,’ zei de journalist en draaide zijn lichaam naar S.

S. deed het fantastisch. Haar gezicht bleef in de plooi en ze beantwoordde alle vragen alsof er niks belangrijkers op de wereld bestond dan chicklit. Toen Nova die avond werd uitgezonden, was ik nergens te bekennen. Mijn optreden, inclusief mijn knalroze broek, was er vakkundig uitgeknipt. Een carrière voor de camera heb ik toen maar laten varen. Op televisie komen is serious business.

Heel veel post

Hoe ik een boekengek werd - deel 2

Naast de printer dronken S. en ik gore koffie uit plastic bekertjes. We praatten over boeken. Mijn collega bleek net als ik een passie te hebben voor boeken met een roze covers en vrouwenbenen erop. Ze had het boek Heb mij lief van Josie Lloyd en Emlyn Rees gelezen en kon niet stoppen erover te praten. We wisselden boeken uit en ze werd nog enthousiaster. S. besloot te willen helpen met Chicklit.nl. 

Zij kocht het boek Goed in bed van Jennifer Weiner, ik koos voor Een ideale man van Liz Young. De kaft van dat boek was werkelijk niet om aan te zien - knalroze en er stond een jongen op met heel foute schoenen aan – en ook met Goed in bed kon je je nergens vertonen. Maar ja, we moesten wel, we konden de boeken niet wegleggen. We kochten meer boeken, op goed geluk, op basis van de kaft of omdat de achterflaptekst ons aansprak. Veel vielen er tegen - wel grappig, maar geen happy end; wel romantisch, maar zonder serieuze ondertoon; wel herkenbaar, maar niet komisch. Onze mening zetten we online. Zo konden we lezers behoeden voor een tegenvaller.

Op een dag kregen we een email van uitgeverij Luitingh-Sijthoff. Ze vroegen om ons adres, zodat ze een boek konden opsturen. Het was (bijna!) de mooiste dag van ons leven. Het was al leuk om Chicklit.nl te beheren, maar nu bleek dat we ook ‘gratis’ zouden gaan lezen.

Als je thuis veel boeken ontvangt, wordt de postbode je beste vriend. En je buren je grootste vijand.
In het chicklit-genre kwamen in die tijd gemiddeld zo'n twintig nieuwe titels per maand uit. Het gros van de boeken werd direct naar mijn huisadres gestuurd, waarna ik ze weer doorstuurde naar vrijwilligers die met ons meelazen. Veel pakjes pasten niet door de brievenbus en het resultaat was dat ik bijna elke dag of naar het postkantoor moest, of alle buren af moest lopen om de pakjes te verzamelen. Soms wilde mijn deur niet meer open vanwege de enorme stapel boeken, folders en zetproeven die erachter lag.

Onze directe buren hadden een baby. Op een dag stond de jonge moeder op onze stoep. Resoluut en met trillende stem vertelde ze dat ze geen pakjes meer voor me wilde aannemen. Ze was het zat. Als enige niet-werkende in de wijk, belde de postbode elke dag wel een keer bij haar aan met een pakje voor een straatgenoot. Ze gebood me een briefje op de deur te plakken, draaide zich om en beende weg. Ik hing een briefje op…


De postbode zelf had de boodschap ook zonder briefje al begrepen. Aanbellen bij het huis naast ons durfde hij al een poosje niet meer. De vrouw des huizes had hem een paar keer flink uitgekafferd. Maar ja, hoe minder pakjes hij mee terug nam naar het postkantoor, hoe minder goed zijn beoordeling was. Er moest een oplossing komen. Dus trok ik op een dag de stoute schoenen aan, en mijn oudste spijkerbroek. Ik haalde uit de schuur een stapel planken, een hamer, schroevendraaiers, spijkers, schroeven en een zaag, en ik begon aan mijn ‘boekenkist’. Mijn man bood aan om te helpen, maar die hulp sloeg ik af. Hoe moeilijk kon zijn om een kist te maken? Dat viel inderdaad wel mee. Het maken van een rechte kist bleek daarentegen een stuk moeilijker. Maar ik was hoe dan ook trots op het resultaat. Het was een kist. Een scheve, maar toch. Ik schilderde hem wit en spoot er in roze letters ‘chicklit’ op. Hij kreeg een mooi plekje naast de voordeur. De postbode was blij, ik was blij en de buren waren blij. Tenminste, voor even. Niet lang na mijn zaag- en timmerklus verhuisden ze.

Bridget Jones

Hoe ik een boekengek werd - deel 1

Het was al de derde dag op rij dat ik mijn kinderen verwaarloosde. Het was mijn vrije dag en in de regel de drukste dag van de week. Normaal gesproken zagen mijn woensdagen er zo uit: boodschappen, de was, luiers, vingerverven, frisse neus, peuterzwemmen en stofzuigen. Deze week sloeg ik het vingerverven over, net als de was en de frisse neus. Ik hoopte dat de jongste lang bleef slapen tussen de middag, dat mijn moeder niet onverwacht langs kwam en dat de oudste misschien eventjes zichzelf zou vermaken. Dan kon ik lezen. Ik was namelijk begonnen in Het dagboek van Bridget Jones en ik wilde alleen nog maar verder lezen. Het was oktober 2002.

De film Bridget Jones’s Dairy was in de bioscoop te zien. Ik was nieuwsgierig, maar eigenlijk wilde ik een boek dat zo'n hype was niet lezen. Het was waarschijnlijk voorspelbaar. En zoetsappig. En oppervlakkig. Uiteindelijk won mijn nieuwsgierigheid het van de weerzin: ik wilde mijn vooroordeel kunnen onderbouwen met feiten. Ik kocht Het dagboek van Bridget Jones en begon te lezen. Het was voor het eerst sinds jaren dat ik tijd maakte om iets anders te lezen dan een artikeltje in een tijdschrift of de koppen van de krant. Ik had twee dochtertjes van twee en vier jaar oud en was nogal druk geweest de afgelopen tijd. Maar nu was ik begonnen met lezen en ik kon niet meer stoppen. Ik moest gewoon tijd maken voor Bridget.

Op maandag begon ik met lezen, op woensdagavond had ik het boek uit. Bridget was in drie dagen tijd mijn beste vriendin geworden en ik miste haar toen ik zonder haar verder moest. Het boek bleek inderdaad voorspelbaar en zoetsappig, maar het was niet oppervlakkig. Tenminste, niet echt. Het was komisch en serieus tegelijk, geschreven in een lekker vlot ritme. Daarnaast genoot ik van Bridget, die zo menselijk was dat ik mezelf in haar herkende. En van haar zelfspot kon ik zeker nog wat leren. Haar belevenissen waren behoorlijk over the top, verrassend en bizar, het verhaal barstte van de toevalligheden, maar de combinatie met de serieuze ondertoon maakte haar dagboek anders, niet méér van hetzelfde, maar juist vernieuwend. Op donderdag kocht ik deel 2, Het nieuwe dagboek van Bridget Jones, en las dat ook in drie dagen uit.

Ik ging op zoek naar een website waar meer van ‘zulke boeken’ te vinden waren, waar ik kon zien welke boeken goed waren en welke tegenvielen, voor welk boek je zonder aarzelen 16 euro (het was 2002!) betaalde en voor welk boek dat veel te veel was. Ik zag de website voor me: Hij was roze, niet te serieus, maar ook niet te kinderlijk. Geen prinsessen-website, maar wel meisjesachtig en ook hip, een site voor moderne vrouwen die van boeken hielden. Roze met een ruitje. Een website gemaakt door iemand die gek was op dit genre. Maar hoe ik ook zocht, ik kon de website niet vinden. Hij bestond niet.

Ik moest hem zelf maken. Dat jaar leerde ik hoe ik een website kon bouwen. Uit boeken en van collega's leerde ik de kneepjes van het vak. Ik vond het leuk om te programmeren, iets te maken, iets te creëren. Het idee dat je zelf een website kon ontwerpen, bouwen en dan zomaar online kon zetten, vond ik geweldig (het was inmiddels 2003, Hyves bestond nog niet!). Over de naam van mijn nieuwe boekensite moest ik even nadenken. In mijn hoofd kwam een vage herinnering boven. Er was een naam voor dit genre. Een keer had ik een artikel gelezen over Het dagboek van Bridget Jones en het succes van het boek. Daarin werd een term gebruikt: ‘chicklit’. Chicklit was een Britse term, de afkorting van chick literature. Ik controleerde of de domeinnaam www.chicklit.nl nog vrij was. Dat was zo. Dus registreerde ik hem, klikte een website in elkaar - roze met een ruitje - en zette de website online. Chicklit.nl was geboren.

Inmiddels is de website niet meer van mij, maar de herinneringen zijn springlevend. En nog leuker vind ik het om ze hier weer op te halen. Binnenkort deel 2 van Hoe ik een boekengek werd :-)

Wat ga ik niet vertellen?

Nu de datum van mijn boeklancering steeds dichterbij komt, staan mijn weekenden in het teken van Privacy Live

Halverwege maart is mijn boekpresentatie in de mooiste bioscoop van Leiden, het Trianon Theater. Ik vind het zo geweldig dat ik deze ruimte mag gebruiken. Ondertussen maken mijn hersenen overuren. Wat trek in aan? Wat ga ik vertellen? En nog moeilijker, wat ga ik niet vertellen? Want het verhaal van Privacy Live spookt al 13 jaar door mijn hoofd. Er is zoveel gebeurd in die tijd. Dat kan ik echt niet allemaal vertellen in een half uurtje.

Zo hadden mijn hoofdpersonen, Jente en Daniël, in de eerste versies allebei een andere voornaam. Ook leefden ze nog zonder smartphone - 13 jaar geleden was dat nog niet de norm. Daniël heeft er een broertje bijgekregen, maar Jentes zus is tijdens de redactie geschrapt. Kill your darlings...
Er is niet veel over van de originele teksten. En zelf ben ik ook niet meer wie ik 13 jaar geleden was. Ik was moeder van twee kleine kinderen, het lukte me maar niet om te schrijven. Zoveel jaren worstelen, ik kan er uren over praten. 

Maar dat ga ik niet doen. Op 15 maart vertel ik een deel van mijn verhaal aan een volle zaal. Alle stoelen zijn inmiddels gereserveerd. Er is zelfs een wachtlijst(je). Ik verwacht dat iedereen die daarop staat alsnog een uitnodiging zal krijgen. Ook in een maand tijd kan er veel gebeuren en er zullen zeker nog afmeldingen komen. En dan komt er dus weer een stoeltje vrij...
Dus, wil je graag bij mijn boekpresentatie zijn, laat het me dan weten. Ik zet je op de reservelijst en stuur je een uitnodiging zodra er een plekje voor je vrijkomt.

Proefdruk

Het is 2020, het jaar waarin Privacy Live gaat verschijnen. Ik heb de proefdruk binnen: een echt boek, van papier, 275 bladzijden dik. Ik aai de kaft, ruik aan het papier en laat de bladzijden door mijn vingers glijden. De letters vormen mijn woorden, mijn zinnen. Jente en Daniël komen tot leven in 89 hoofdstukken, zwart op wit. Het is echt...

Nog één keer moet ik er doorheen. Zijn de woorden netjes afgebroken? Staan de witregels goed? Klopt de hoofdstuknummering? Ik heb de woorden en zinnen nu al zo vaak gezien, dat ik compleet blind ben geworden voor mijn eigen tekst.

Dat dacht ik, maar dat blijkt niet zo te zijn. Eenmaal op papier herken ik mijn eigen zinnen niet meer terug. Niks herinnert me nog aan de dansende letters op mijn laptop, aan de zoveelste check. Nee, met het boek in mijn hand, kan ik van een afstandje mijn eigen verhaal lezen. En dat is eigenlijk best een leuk verhaal!

Het boek sluit af met het dankwoord van de auteur. Ik lees het altijd graag. In dit dankwoord staan bekende namen. Namen van mensen die me de afgelopen jaren hebben gesteund, geholpen, die kritiek hebben geleverd, die er voor me waren. Ik word er warm van.

De laatste verbeteringen stuur ik naar mijn uitgever, de laatst kans op een - ja, ik weet dat het niet bestaat, maar ik droom graag - foutloos boek. Mijn boek is af. Dit was mijn deel, nog even en dan is het de beurt aan de lezers...