Zomervakantie

Ik verheugde me als middelbare scholier altijd enorm op de zomervakantie. Zes weken lang afstand nemen van mijn wereld op school. Even geen roddelende vriendinnen, geen make-up en mooie kleren, geen sociale rangorde en groepsdruk, en zelfs even helemaal geen contact met leeftijdsgenoten, alleen als ik daar zelf voor koos. In feite werd ik weer even helemaal kind, grote zus, en een onderdeel van het gezin. 

Tijdens de zomervakantie waren mijn zusje en ik thuis op elkaar aangewezen. Dan knutselden we, deden spelletjes of lazen stripboeken. Eén zomer leende ik bij de bieb een boekje over de Rubiks Cube, en leerde alle stappen uit mijn hoofd om hem op te lossen. 
Als het mooi weer was gingen we naar het speeltuintje op de hoek van de straat, waar we verstoppertje speelden met vrienden uit de wijk, uren op het klimrek hingen, of met waterpistooltjes in de weer waren. 

En we verveelden ons. Om de tijd te doden kon ik uren achter elkaar patiencen. Met echte (papieren) kaarten uiteraard. Constant speelde ik spelletjes met mezelf, waarbij ik me tijdens elk spelletje inprentte dat als ik zou winnen, die ene jongen na de vakantie met me zou dansen op het schoolfeest. Mijn moeder vond al dat patiencen overigens helemaal niets. Ze had liever gezien dat ik wat ondernemender was.


Maar afspreken met mijn beste vriendin Lisette was zo eenvoudig nog niet. Lisette woonde in Voorschoten en ik in Leiden. Om een afspraak te maken moest ik met onze huistelefoon opbellen naar haar huistelefoon en maar hopen dat ze thuis was. Die kans was klein, omdat ook Lisette met haar buurtvrienden, die ik stuk voor stuk nogal intimiderend vond, op straat rondhing. 

In de laatste week van de vakantie ging ik met gepaste tegenzin nadenken over als welke verbeterde versie van mezelf ik het nieuwe schooljaar wilde ingaan. Welke foto’s zou ik in mijn agenda plakken? Welke kleren zou ik dragen? Welke verhalen over mijn vakantie waren de moeite waard? 

Voor de tieners van tegenwoordig ziet de vakantieperiode er heel anders uit. De smartphones gaan ook op vakantie mee, met daarin hun boeken, hun sociale netwerk en hun kaartspel. Wifi op het vakantie-adres is noodzakelijk. Niet alleen omdat je anders van alles mist, maar ook omdat er foto's rondgestuurd moeten worden. Kijk 'ns wat een leuke jongen hier rondloopt! Kijk 'ns hoe mooi ik eruit zie in mijn bikini! En als vriendin X problemen heeft met haar ouders, dan moet ze geholpen en bijgestaan worden. Zélfs als vriendin X aan de andere kant van de wereld is. De stroom Whatsapp-berichtjes en foto’s gaat onverminderd door. 

Datgene wat ik vroeger het fijnste vond aan de vakantie, dat ik weer even kind kon zijn, dat ik tijd had voor bezinning, dat ik echt even afstand kon nemen van mijn schoolleven, is er niet meer. Ook datgene wat ik het ergste vond aan de vakantie, verveling, bestaat niet meer. Hoewel ik - terugkijkend - de tijd dat ik me kon vervelen nog wel 'ns mis.

Ik heb geprobeerd mijn tieners deze vakantie enthousiast te maken voor een offline dag, maar dat voorstel werd met net zoveel enthousiasme ontvangen als het voorstel van mijn moeder destijds om mijn kaartspel weg te leggen.